Terug naar programmalijn

Programma

Duurzaam en bereikbaar

Onderdeel van programmalijn Wonen

Context, trends en ontwikkelingen

Afvalverwijdering en -verwerking
Wij richten ons er op, om door een betere scheiding van afval, een bijdrage te leveren aan de toename van hergebruik waardoor een besparing op grondstoffen gerealiseerd kan worden. Hierbij willen wij de kosten voor de burgers op een aanvaardbaar peil houden. De eerste fase van het omgekeerd inzamelen is in 2014 ingevoerd. Hierbij ligt de nadruk op de inzameling van waardevolle grondstoffen en een forse reductie van de hoeveelheid restafval.
Medio september zal de besluitvorming plaatsvinden over het voorstel duurzaam  afvalbeheer; laagfrequent inzamelen. Aan dit voorstel voor de optimalisatie van de afvalinzameling is een uitgebreid proces voorafgegaan  en met de voorgestelde maatregelen zal de gemeente binnen de gestelde termijn aan de hergebruikdoelstellingen van het VANG programma (Van Afval Naar Grondstof) voldoen. Het geheel van deze maatregelen kan worden gerealiseerd binnen de hoogte van het huidige tarief van de afvalstoffenheffing. Daarmee wordt voldaan aan het uitgangspunt "duurzaam maar niet duurder".

Milieutoezicht en handhaving (Transitie naar Omgevingsdienst IJsselland)
Het transitieproces van de netwerk regionale uitvoeringsorganisaties  (RUD) naar een fysieke Omgevingsdienst IJsselland (ODIJ) is eind 2017 afgerond. Dat betekent dat de medewerkers en de milieutaken op 1 januari 2018 zijn overgegaan naar de ODIJ in Zwolle. Hiermee voldoet de gemeente aan de wettelijke eisen en criteria om het VTH-takenpakket voor het taakveld milieu in een Gemeenschappelijke Regeling onder te brengen.

Kabels en leidingen

De doelstelling is op een verantwoorde wijze onze ondergrondse infrastructuur te beheren. We willen daarbij werken volgens een eenduidige regeling zodat voor alle netbeheerders dezelfde rechten, plichten en procedures gelden als het gaat om het aanleggen,  in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden. Hiervoor is de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2017 (AVOI) opgesteld. De AVOI is een onderdeel van het Handboek Kabels en Leidingen dat is opgesteld in samenwerking met meerdere omliggende gemeenten. Het vervangt de verouderde overeenkomsten die met de diverse netbeheerders zijn gesloten. Deze verordening is zowel van toepassing op kabels en leidingen voor openbare elektronische communicatienetwerken als op netwerken van nutsbedrijven. De AVOI is op 1 april 2017 inwerking getreden (na het raadsbesluit op 2 maart 2017) en vanaf dat moment houden we toezicht op de uitvoering volgens deze verordening.

Op grond van de AVOI is een vergunning of instemmingsbesluit vereist voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen. Hiervoor kunnen kostendekkende leges worden geheven.

Riolering en water

In 2017 is het Gemeentelijk Rioleringsplan(GRP) 2018-2022 voor de gemeente Hardenberg opgesteld. Het inhoudelijke proces is samen met de partners uit de waterketen Noordelijke Vechtstromen doorlopen. De partners zijn de gemeenten Ommen, Coevorden, Emmen en Borger-Odoorn en het waterschap Vechtstromen.

Op basis van ontwikkelingen in de waterketen en ambities van de gemeente hebben we voor afvalwater, regenwater en grondwater 4 doelen opgesteld: het beschermen van volksgezondheid; het beperken van (water) overlast en hinder; het voorkomen van schade en het sparen van het milieu.

In het GRP 2018-2022 staat de samenwerking in de waterketen centraal. De opgaven uit het bestuursakkoord waterketen 2.0 zijn verwerkt in het GRP. Belangrijke speerpunten zijn: samenwerking; beheer en onderhoud; duurzaamheid en klimaat en participatie.

De projecten, die we hiervoor gaan uitvoeren, zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma 2.0 samenwerking waterketen en zijn financieel doorvertaald naar het GRP. Aanvullend hebben wij ons eigen reguliere werkprogramma.

Van cyclisch beheer naar functiegericht beheer

In de afgelopen periode hebben wij een beter inzicht gekregen in de kosten en in de kwaliteit van ons rioleringsareaal. Op basis van deze kwaliteitsgegevens zullen we functiegericht rioolbeheer verder gaan doorvoeren. Bij deze systematiek houden we ons riool op basis van kwaliteit zo lang mogelijk in stand, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

In de samenwerking waterketen is afgesproken dat alle partners een functiegericht beheer nastreven. Voor Hardenberg betekent dit dat onze cyclus van reinigen en inspecteren van 7 naar 10 jaar gaat. De cyclus van 7 jaar is in 2018 rond. We hebben goed inzicht in ons systeem. We hebben er daarom vertrouwen in dat de cyclus naar 10 jaar kan.  

Op basis van de constructieve staat van onderhoud, het jaar van aanleg en de functie van een riool kan worden bepaald wat de rest levensduur is. Dit functiegericht rioolbeheer zullen we de komende planperiode voor onze gehele riolering gaan uitwerken in een beheerplan. Hierin is uitgewerkt wat de totale restlevensduur van onze riolering is, inclusief de kosten op lange termijn. Deze informatie levert belangrijke input voor ons GRP 2023-2028.

Functiegericht rioolbeheer heeft een sterke relatie met de financiële reserve. De stand van de reserve kan de vervangingspiek (zoals weergegeven in het huidige kostendekkingsplan dat nog gebaseerd is op cyclisch rioolbeheer) nu niet opvangen. Daarom stellen wij voor om halverwege de planperiode 2018-2022 een tussenrapportage op te leveren. De verwachting is dat functiegericht rioolbeheer de vervangingspiek beter op kan vangen.

Beheer watersysteem
Het beheer van het watersysteem, (denk hierbij aan het onderhouden van duikers en beschoeiingen en baggeren)  vindt plaats op basis van urgentie en klachten. In het nieuwe GRP is er ruimte opgenomen om hier structureel aandacht aan te besteden, gerelateerd aan het verbrede rioolrecht.

Maatregelen duurzaamheid en klimaat
Als gevolg van het veranderende klimaat nemen de intensiteit en de hoeveelheid van de neerslag toe. Ons riolerings- en watersysteem is hier momenteel onvoldoende op berekend. We willen het rioolstelsel daarom op een duurzame manier klimaat robuust maken. Binnen de middelen van het GRP hebben wij ruimte om ons rioleringssysteem klimaat robuust te maken. Per kern willen we een regenwaterstructuurplan opstellen en vandaar uit maatregelen formuleren en uitvoeren om zo knelpunten te voorkomen of op te lossen. In 2018 is er financiële ruimte om optimalisatie maatregelen in Balkbrug uit te voeren.
Het voorstel is om de klimaat robuuste maatregelen te koppelen aan:

  • Het afkoppelen van regenwater van drukriolering (d.m.v. participatietrajecten);
  • De optimalisatie rioleringssysteem d.m.v. doortrekken persleidingen;
  • Het zoeken naar een relatie met het opwaarderen van woonomgevingen en het dus klimaat robuust maken van diverse kernen.

Bewustwording creëren bij en het betrekken van onze inwoners
Participatie en communicatie vormen een belangrijk onderdeel van ons nieuwe GRP. Middels een webbased GRP kunnen wij onze inwoners uitleggen waar we mee bezig zijn. Dit past in de lijn van de Omgevingswet.
Daar waar we aan de slag gaan, zal afstemming met inwoners plaatsvinden. Denk daarbij aan de inbreng in bijvoorbeeld het klimaat robuust maken van een kern. Er zal een accent liggen op bewustwording van klimaatverandering, zoals het hergebruik van regenwater en afkoppelen van regenwater.

De nieuwe financiële kaders zijn gebaseerd op een analyse van de afgelopen periode, voortzetting van de huidige beleidslijn, nieuwe opgaven en de ontwikkeling van de rioolheffing. Het rioolrecht voor 2018  zal €251,- bedragen. Het tarief kan waarschijnlijk in de periode 2018-2022 gelijk blijven (geen inflatoire aanpassing), waarmee een lastenverlichting gerealiseerd wordt.

Verduurzamen openbare verlichting 2018-2023

Door een vervolg te geven aan de preventieve vervanging van verlichtingsarmaturen willen we aansluiten bij de ambities die zijn opgenomen in het SER-energieakkoord. De SER- doelen zijn als volgt gesteld:

  • 20% energiebesparing OVL en VRI’s in 2020 t.o.v. 2013
  • 50% energiebesparing OVL en VRI’s in 2030 t.o.v. 2013
  • 40% slim energiemanagement in OVL in 2020
  • 40% energiezuinige OVL in 2020

Naast de duurzaamheidsambities is vervanging van het deels sterk verouderd areaal noodzakelijk. Een groot deel van het areaal is ouder dan 40 jaar, terwijl 20 tot 25 jaar als normale afschrijvingstermijn wordt aangehouden. Vervanging is nodig omdat onderdelen dikwijls niet meer leverbaar zijn. Mede hierdoor is steeds vaker sprake is van langdurige uitval van installaties. Conventionele lampen zijn minder duurzaam en worden ook steeds duurder in aanschaf. Door de introductie van Led-lampen worden conventionele lampen in de komende jaren uitgefaseerd. De uitfasering is afhankelijk van het tempo waarin de conventionele lampen in de komende jaren uitvallen.

De meerjarige aanpak moet ertoe leiden dat de openbare ruimte meer bewust en energiezuinig wordt verlicht. De volgende doelen worden hierin centraal gesteld:

  • Donker waar het donker kan zijn en licht waar het licht moet zijn
  • Het introduceren van innovatieve schakel- en dim technieken
  • Betrouwbare openbare verlichtingsinstallatie

M.i.v. 2018 geven we een vervolg aan de preventieve vervanging van de verouderde armaturen met conventionele lampen (6 x € 500.000). Dit betekent dat we over 6 jaar (eind 2023) alle conventionele lampen (oranje lichtkleur) hebben vervangen.

Totaal is een investering nodig van € 3.000.000 (6x € 500.000) om aan het SER-akkoord te kunnen voldoen.  De investeringen zullen op termijn tot een substantiële vermindering van de exploitatiekosten leiden. Rekening houdend met de besparing op energie en onderhoud vloeien uit deze investeringen extra structurele lasten voort:

kapitaallasten

besparing c.a.

uitzetting

2018

15.000

0

0

2019

55.000

40.000

15.000

2020

94.000

90.000*

4.000

2021

133.000

114.000

19.000

*  In deze besparing is meegeteld, dat in de meerjarenbegroting reeds een investering van € 500.000 voor openbare verlichting is voorzien. De begrote kapitaallasten uit deze investering worden nu ingezet voor de uitvoering van LIOR.

Verkeer en vervoer

Wij streven er naar om een bereikbare, verkeersveilige en leefbare gemeente te zijn. Nu de crisis voorbij is, groeit de mobiliteit. Hardenberg is op dit moment nog goed bereikbaar en dat willen we graag zo houden. Automobiliteit loopt wel tegen zijn fysieke grenzen aan, waardoor nog meer ingezet moet worden op de fiets en het openbaar vervoer. Daarnaast willen wij ons inzetten om mobiliteit meer te verduurzamen.

Verkeersveiligheid is afhankelijk van veel factoren te weten: infrastructuur, voertuig en gedrag. De gemeente is verantwoordelijk voor een veilige inrichting van de gemeentelijke infrastructuur. De infrastructuur is over het algemeen conform de landelijk geldende maatstaven ingericht en dan meestal sober, duurzaam en veilig. Mede door de infrastructurele inspanningen van afgelopen jaren kent Hardenberg geen verkeersongevallen concentraties meer. Wij proberen verkeersveiligheid onder de aandacht te brengen en te houden door middel van verkeerseducatieprojecten voor met name de kwetsbare groepen (jongeren en ouderen). Daarnaast spelen we in op trends zoals het relatief hoge aantal ongevallen met e-bikes door daar specifieke trainingen op aan te bieden.

Vanaf 2018 zijn er binnen de provincie Overijssel meer subsidiemogelijkheden voor de uitvoering van infrastructurele maatregelen. Daarbij wordt altijd wel uitgegaan van cofinanciering. Eind 2017 zal er een plan worden ontwikkeld waarmee deze middelen ingezet kunnen worden voor de verkeersveiligheid en bereikbaarheid van Hardenberg.

Duurzame mobiliteit (laadpalen)

Het doel is de realisatie van een duurzame en toekomstbestendige slimme laadinfrastructuur in Overijssel in 2020. De Overijsselse aanpak voor deze laadinfrastructuur is een unieke samenwerking tussen Overijsselse gemeenten, netwerkbedrijven (Cogas, Rendo en Enexis) en de provincie.

Binnen de gemeente Hardenberg worden 68 laadpalen gerealiseerd in een periode van 4 jaar. De laadpalen zullen strategische gepositioneerd worden en zijn voor algemeen gebruik. De laadpalen kunnen zowel laden als ontladen, waardoor de aangesloten voertuigen ook als tijdelijke opslag van overtollige energie gebruikt kunnen worden. De laadpalen en de aangesloten voertuigen zorgen hiermee voor een afzwakking van de piekbelasting van het netwerk op zonnige momenten. De komende jaren zullen, naar verwachting, steeds meer volledige  elektrische voertuigen op de markt komen die ook voor particulieren bereikbaar zijn. Hierdoor zal ook de vraag naar laadmogelijkheden toenemen.

De totale projectkosten van naar schatting € 1.200,- per laadlocatie worden gedekt uit bijdragen van netwerkbedrijven, de "Green Deal publiek toegankelijke elektrische laadinfrastructuur" en de provincie. De bijdrage voor de gemeente is maximaal € 250 per laadlocatie. Op basis van 68 openbare laadpalen bedraagt de bijdrage van de gemeente maximaal € 22.000,-- (dit is inclusief € 5.000,- voor het opstellen van het verkeersbesluit en het uitgiftebeleid en locatiebepaling) .

Parkeren station Hardenberg

Wij willen het gebruik van het openbaar vervoer stimuleren en de treinreiziger faciliteren. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de toekomst (herinrichting stationsomgeving).

Station Hardenberg is een belangrijke schakel in de overstap van auto naar trein. Het huidige P&R- terrein is nu regelmatig overvol waardoor treinreizigers elders moeten parkeren. De afgelopen jaren is het P&R- terrein al een aantal keren uitgebreid. In 2017 is het parkeergedrag onderzocht en zijn er scenario’s ontwikkeld om er voor te zorgen dat er voldoende parkeermogelijkheden zijn voor treinreizigers.

In samenwerking met de NS zal gezocht worden naar een vorm van een toegangsbeheersing van het P&R- terrein, waardoor treinreizigers (op basis van bijvoorbeeld hun OV-chipkaart) kunnen parkeren en overige gebruikers het reguliere tarief betalen. De exploitatie van de P&R ligt in handen van de NS. NS is dan ook verantwoordelijk voor het realiseren en exploiteren van het P&R terrein. Het is goed mogelijk dat de NS de gemeente om een bijdrage vraagt als het parkeren voor treinreizigers gratis is.

Mede in overleg met de omliggende woonwijk zal bepaald worden welk parkeerregime daar van kracht moet worden. Zoals het er nu naar uit ziet, is fysieke uitbreiding van het terrein in 2018 nog niet nodig.

Vervanging parkeerautomaten (vervangingsinvestering 2021)
Het is belangrijk voor de aantrekkelijkheid van het centrum.dat er goed functionerende betaalautomaten aanwezig zijn met daarin actuele betaalwijzen.

In 2021 moet een groot deel van de bestaande automaten worden vervangen door nieuwe exemplaren, zowel in de garages als op straat. In 2018 zal een concreet vervangingsplan worden opgesteld, waarbij ook rekening wordt gehouden met (technologische) ontwikkelingen en noodzakelijke aantallen.
Als de automaten niet worden vervangen, wordt het risico op storingen en uitval steeds groter waardoor er sprake kan zijn ontevredenheid en gemis aan inkomsten.

Geluidsonderzoek N34

De aanpassing van de N34 is van groot belang voor de goede bereikbaarheid. Dit mag echter niet ten koste gaan van de leefbaarheid van de omliggende bewoners. Het geluidsniveau mag voor de bewoners als gevolg van de reconstructie van de weg niet substantieel achteruit gaan.

Middels een motie is door de raad aangegeven dat een jaar na afloop van de reconstructie van de N34 een geluidsonderzoek zal plaatsvinden. Het geluid moet gemeten worden op een aantal cruciale punten. Het onderzoek zal in 2020 plaatsvinden

De kosten voor een dergelijk onderzoek bedragen naar verwachting € 15.000,-

Centrumontwikkeling Bergentheim

De werkgroep Bastingplein heeft - op basis van een burgerinitiatief - een plan (voorkeursvariant) uitgewerkt voor de herinrichting van het Bastingplein. Dit plan heeft de werkgroep ontwikkeld onder begeleiding van Plaatselijk Belang Bergentheim. De gemeente nam deel aan deze werkgroep.

Het Bastingplein en omgeving worden heringericht, waarbij onder andere de busroute wordt aangepast. Tevens wordt er nieuw groen aangelegd, de waterhuishouding wordt aangepast, komt er nieuwe verlichting en wordt het aantal parkeerplaatsen uitgebreid. De sociale en ruimtelijke kwaliteit van het Bastingplein en directe omgeving verbeteren op het gebied van veiligheid en verkeer, parkeren, leefbaarheid en uitstraling.

Voor de planvorming en realisatie van het plein is een bedrag van € 300.000 opgenomen in de begroting. Dit is niet voldoende en we proberen de benodigde aanvullende middelen vanuit bijv. riolering, een provinciale subsidie voor verkeersveiligheid (2018) en cofinanciering te genereren.

Opwaarderen woonomgeving

Door het opwaarderen van woonstraten gaan we de fysieke leefomgeving verbeteren. Deze fysieke verbetering gebruiken we als vliegwiel voor het verbeteren van de sociale samenhang in de wijk.
Deze aanpak heeft de afgelopen jaren veel positieve reacties opgeleverd, in onder meer de Oranjebuurt.
We onderzoeken daarom de kansen voor deze aanpak in andere wijken in Hardenberg. Hierbij kijken we ook naar thema’s als de integratie van zorg in de wijk, energiebesparing en  -opwekking op wijkniveau, demografische ontwikkelingen en de innovaties die er zijn op het gebied van mobiliteit , duurzaamheid en omgaan met klimaatveranderingen. We zullen hierbij actief samenwerken met andere afdelingen en organisaties en uiteraard met de  bewoners.  Dit resulteert (als eerste stap in het proces) in een plan van aanpak.

Bij het opstellen van het plan van aanpak  zal tevens een kostenplaatje worden toegevoegd.

Openbaar groen/  Bermbeheer

Op basis van de notitie ecologisch bermbeheer vindt met ingang van 2018 een uitbreiding plaats van het aantal bermen waar het maaisel wordt afgevoerd. Dit verschralingsbeheer beslaat dan in totaal circa 35% van het totaal areaal. Deels vindt dit plaats door maaien en ruimen en deels door inzet van een klepelmaaier met afzuigsysteem. Daarnaast wordt in het kader van het verschralingsbeheer geprobeerd om in samenwerking met LTO een pilot op te zetten, waarbij de bermen worden gemaaid en geruimd door plaatselijke agrariërs, die het maaisel zelf kunnen toepassen binnen het eigen bedrijf. De gemeente Hardenberg sluit zich aan bij de Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe voor het pilotproject Verwaarden van Bermgras. Binnen dit project wordt onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor duurzame verwerkingsmogelijkheden van bermgras.

Deze aanpak past binnen de doelstelling om de biodiversiteit van het openbaar groen te vergroten en de duurzame verwerking van bermgras te bevorderen.

De uitbreiding van het verschralingsbeheer kost € 10.000 en is nodig voor de afvoer van het maaisel .  

Straatreiniging/ Hondenbeleid

Binnen de gemeente willen we voldoende mogelijkheden voor het uitlaten van honden realiseren en willen we ervoor zorgen dat de openbare ruimte gevrijwaard blijft van hondenpoep.

Daartoe zijn in overleg met Plaatselijke Belangen uitlaatstroken gerealiseerd, die periodiek door het Cleanteam worden gereinigd. Bij tijd en wijle ontvangt de gemeente vragen en suggesties van hondenbezitters voor een alternatief hondenbeleid.

In sommige gebieden is aanleg van een hondenuitlaatstrook niet mogelijk of is de loopafstand naar zo’n uitlaatstrook te groot. Door middel van voorlichting en waar nodig het plaatsen van extra afvalbakken gaan we de mensen erop wijzen dat  het ook is toegestaan om de hondenpoep met een zakje op te ruimen en in een gewone afvalbak te gooien. Daarnaast willen we participeren in initiatieven vanuit de samenleving voor het  realiseren van hondenspeelveldjes en deze waar mogelijk faciliteren. Daarnaast blijft handhaving op het niveau zoals met uw raad in het verleden is afgesproken.

Voor deze maatregelen zijn geen nieuwe middelen uitgetrokken. In beperkte mate kan een uitbreiding van voorzieningen worden bekostigd uit bestaande middelen.

Relatie met kaderstellende nota's

•   Meerjarenprogramma Duurzaam Hardenberg 2015 t/m 2018
•   Gemeentelijk Rioleringsplan 2018-2022
•   Raadsbesluit bestuurlijke uitgangspunten Wegenonderhoud
•   Beleidsplan en uitvoeringsplan openbare verlichting
•   Parkeerverordening