Lokale Heffingen
Inleiding en wettelijk kader
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van lokale heffingen gebeurt door middel van een door de gemeenteraad vast te stellen verordening. De belastingverordeningen voor 2018 kunnen worden vastgesteld na het vaststellen van de begroting.
De lokale heffingen kunnen grofweg worden ingedeeld in belastingen (waarvan de opbrengst bestemd is voor de algemene middelen) en bestemmingsheffingen of retributies (rechten en leges), waarvan de opbrengst wordt ingezet om de kosten te dekken van de voorziening waarvoor de heffing bestaat. Onder de belastingen vallen de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelasting, de toeristenbelasting, de forensenbelasting en de parkeerbelasting. Onder de bestemmingsheffingen vallen de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de BIZ. De retributies omvatten de marktgelden, lijkbezorgingsrechten en de leges.
Vorig jaar is begonnen met het 'BBV-proof' maken van de paragraaf lokale heffingen. Nu een jaar later kunnen we stellen dat deze paragraaf voldoet aan de BBV-eisen. De grootste wijziging ten opzichte van vorig jaar is het in de paragraaf inzichtelijk maken van de kostendekkendheid van de leges. Deze tabel was vorig jaar nog niet opgenomen. De geraamde kosten per product uit de legestarieventabel zijn in beeld gebracht. Samen met de geraamde opbrengsten kan hiermee de mate van kostendekkendheid worden berekend.
In de BBV is voorgeschreven dat de paragraaf lokale heffingen ten minste het volgende bevat:
- de geraamde inkomsten;
- het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;
- een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
- een aanduiding van de lokale lastendruk;
- een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.
De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn daarom een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid. De gemeente Hardenberg verwacht in 2018 rond 19% van haar inkomsten uit lokale heffingen te halen. Een overzicht van de lokale heffingen en daarmee meer inzicht is daarom van belang voor de raad. Een aanduiding van de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Al deze onderdelen zult u daarom tegenkomen in deze paragraaf lokale heffingen.
De geraamde inkomsten
In onderstaande tabel worden alle gemeentelijke belastingen vermeld die door de gemeente in 2018 worden geheven.
Soort heffing | Begrote baten 2018 |
|---|---|
Onroerende-zaakbelastingen (woningen) | 6.097.000 |
Onroerende-zaakbelastingen (niet-woningen) | 6.616.000 |
Afvalstoffenheffing | 4.794.000 |
Hondenbelasting | 273.000 |
Rioolheffing | 6.581.000 |
Forensenbelasting | 359.000 |
Toeristenbelasting | 1.067.000 |
Parkeerbelasting | 1.477.000 |
Precariobelasting | 2.000 |
Leges | 2.138.000 |
Marktgelden | 51.000 |
Lijkbezorgingsrechten | 544.000 |
BIZ | 270.000 |
Totaal | 30.269.000 |
Als percentage van de totale gemeentelijke inkomsten | 19% |
Gelet op de opbrengst van de precariobelasting in relatie tot de kosten die het heffen van deze belasting met zich meebrengt, zal bij het raadsvoorstel met de belastingverordeningen 2018 een intrekkingsvoorstel voor deze belasting aan de raad worden voorgelegd.
Beleid ten aanzien van de lokale heffingen
Zoals in de inleiding aangegeven zijn er bij de gemeentelijke belastingen zijn drie typen belastingen te onderscheiden: algemene belastingen, bestemmingsbelastingen en retributies (rechten en leges).
De algemene belastingen komen ten goede aan algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten niet gelabeld zijn maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. Onder de algemene belastingen vallen onder andere de onroerende-zaakbelastingen, de hondenbelastingen, de forensen- en toeristenbelasting.
Bestemmingsbelastingen zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn bestemmingsbelastingen waarvoor geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt. Ook de BIZ valt onder de bestemmingsbelastingen. De belastingopbrengst wordt als subsidie uitgekeerd aan een door de ondernemers opgerichte uitvoeringsorganisatie.
Retributies worden geheven van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die voor die persoon een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Net als bij bestemmingsbelastingen mogen de retributies niet meer dan kostendekkend zijn. Hieronder vallen ook de marktgelden en lijkbezorgingsrechten.
Het gemeentelijk beleid is dat de tarieven van de retributies en bestemmingsbelastingen in principe kostendekkend moeten zijn. Met andere woorden: de opbrengsten dekken de gemaakte kosten. Het kaderstellend beleid voor de diverse heffingen is vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke belastingverordeningen. Deze worden jaarlijks aan de gemeenteraad voorgelegd na het vaststellen van de begroting, zodat de tarieven in overeenstemming kunnen worden gebracht met de vastgestelde begroting.
Het beleid met betrekking tot de tarieven van alle heffingen en daarmee de opbrengsten van de verschillende heffingen, is dat deze worden verhoogd met de inflatiecorrectie. Deze is voor 2018 bepaald op 1,6%. Bij sommige tarieven zal hiervan worden afgeweken, omdat het bijvoorbeeld wettelijke tarieven betreffen.
Tarieven meest voorkomende heffingen
In onderstaande tabel staan de belastingtarieven van 2016, de huidige tarieven 2017 en de verwachte tarieven voor 2018. De tarieven voor 2018 worden in december 2017 door de gemeenteraad vastgesteld, zodat ze in overeenstemming kunnen worden gebracht met vastgestelde begroting voor 2018.
Meest voorkomende belastingtarieven | 2016 | 2017 | 2018* |
|---|---|---|---|
Ozb-tarief eigenaar woning | 0,1204% | 0,1257% | nnb |
Ozb-tarief eigenaar niet-woning | 0,3188% | 0,3191% | nnb |
Ozb-tarief gebruiker niet-woning | 0,2582% | 0,2704% | nnb |
Vastrecht afvalstoffenheffing | 167,00 | 155 | 150 |
Vastrecht afvalstoffenheffing | 149,00 | 137 | 132 |
Lediging 240 liter container RST | 9,21 | 9,21 | 9,21 |
0 | 0 | 0 | |
Lediging 140 liter container RST | 5,63 | 5,63 | 5,63 |
0 | 0 | 0 | |
Rioolheffing woning | 265,00 | 261,00 | 251,00 |
Hondenbelasting (1e hond) | 65,80 | 66,45 | nnb |
Toeristenbelasting | 0,91 | 0,97 | 0,97 |
Forensenbelasting (tarief 30 - 40 m2) | 194,00 | 196,00 | 199,00 |
* De tarieven 2018 worden in december 2017 door de gemeenteraad definitief vastgesteld.
In het tarief vastrecht afvalstoffenheffing is in 2018 een korting van € 10,-- verwerkt. Voor de variabele afvalstoffenheffing worden de adviestarieven van de ROVA gevolgd. Het tarief rioolheffing is verlaagd in verband met het nieuwe GRP.
Kwaliteit uitvoering Wet WOZ en ontwikkelingen
De Waarderingskamer controleert of gemeenten de Wet Waardering Onroerende zaken (Wet WOZ) goed uitvoeren. Hiervoor vinden verschillende onderzoeken en inspecties plaats. Het algemene oordeel van de Waarderingskamer over de uitvoering van de Wet WOZ in Hardenberg staat op 'Goed'. De Waarderingskamer heeft aan het begin van het jaar ingestemd met het bekend maken van de WOZ-waarden eind februari 2017. Op basis van de onderzoeken en inspecties in 2017 wordt verwacht dat ook in 2018 deze toestemming wordt verkregen.
De gemeente Hardenberg is aangesloten op de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ). Het is hierdoor mogelijk om via woz-waardeloket.nl de WOZ-waarde van een woning op te vragen, bijvoorbeeld om deze te vergelijken met andere woningen.
De Waarderingskamer heeft de gemeente laten weten dat na een overgangsperiode van vijf jaar vanaf 2022 alle WOZ-woningtaxaties gebaseerd moeten zijn op de gebruiksoppervlakte van de woning. De gemeente moet hiervoor een plan van aanpak indienen waarin wordt aangegeven hoe de gemeente dit gaat realiseren. Het hanteren van de gebruiksoppervlakte biedt volgens de Waarderingskamer gemeenten meer mogelijkheden om de activiteiten gericht op bijhouding en kwaliteitsverbetering voor de WOZ-administratie en de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) meer op elkaar af te stemmen, dan wel verder te integreren.
Mijn Overheid
Mensen krijgen steeds meer berichten van de overheid in hun berichtenbox van MijnOverheid en kunnen ook steeds meer gegevens via MijnOverheid raadplegen. Dit digitale kanaal helpt veel papier te besparen, dienstverlening aan burgers begrijpelijker en sneller te maken en draagt ook bij aan efficiency van de overheid. Ook de aanslag gemeentelijke belastingen met daarop de nieuwe WOZ-waarde zal in 2018 net als in 2017 worden verzonden naar de berichtenbox van MijnOverheid. Alleen als mensen zich niet hebben aangemeld voor MijnOverheid wordt de aanslag nog per post toegezonden. Naar verwachting zal in 2018 zo'n 35% van de aanslagen van de gemeente Hardenberg digitaal worden verzonden. Ook het raadplegen van WOZ-gegevens en taxatieverslagen kan via de pagina Persoonlijke Gegevens op MijnOverheid.
Ontwikkelingen
In 2015 zijn er verschillende studies gepubliceerd over de inrichting en vormgeving van het gemeentelijke belastinggebied. Pas na de vorming van een nieuw kabinet zal duidelijk worden of er prioriteit wordt gegeven aan de hervorming van het gemeentelijk belastinggebied.
Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
Hierna wordt ingegaan op de verschillende algemene belastingen, bestemmingsheffingen en retributies die de gemeente heft.
Algemene belastingen
Onroerende-zaakbelastingen
In de tariefstelling van de onroerende-zaakbelastingen moet rekening worden gehouden met de waardeontwikkeling van de WOZ-waarden. Voor onroerende zaken wordt gemiddeld een waardestijging verwacht voor 2018. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de herwaardering van alle onroerende zaken waardoor in deze paragraaf nog niet kan worden aangeven met welk percentage de tarieven, uitgaande van een stijgende waarde, verlaagd zullen worden om tot de gewenste opbrengst te komen.Bij het vaststellen van de belastingverordeningen voor 2018 zal dit percentage bekend zijn.
De waardering van de incourante objecten conform de daarvoor vastgestelde taxatiewijzers (TIOX) heeft er in 2015 toe geleid dat de WOZ-waarde van veel incourante objecten, zoals scholen, buurthuizen, sportaccommodaties, etc zijn gestegen. In 2017 is de compensatieregeling OZB voor vrijwilligersorganisaties, vastgesteld. Deze subsidie is in 2017 met terugwerkende kracht uitbetaald aan de betreffende organisaties. Vanaf 2018 zal de subsidie worden vermeld op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen, zodat voor de vrijwilligersorganisaties direct duidelijk is wat er moet worden betaald aan de gemeente aan OZB.
Hondenbelasting
De gemeenteraad heeft in het najaar van 2016 verzocht om afschaffing van deze belasting of verlaging van de tarieven van de hondenbelasting voor toekomstige jaren te gaan onderzoeken. Wij stellen u in deze begroting voor om de opbrengst hondenbelasting substantieel te verlagen met € 65.000 (verlaging met 20%) en door te vertalen in de verlaging van het tarief voor de eerste hond.
Toeristenbelasting
Op 27 oktober 2015 heeft de gemeenteraad besloten om de heffingssystematiek van de toeristenbelasting met ingang van 2016 te wijzigen. Het werkelijk aantal belastbare overnachtingen is in alle gevallen de grondslag voor de aanslag toeristenbelasting. Alleen seizoen- en/of jaarplaatsen kunnen op verzoek nog forfaitair worden afgerekend. De toeristenbelasting wordt geheven door middel van een voorlopige aanslag in het betreffende belastingjaar en een definitieve aanslag na afloop van het belastingjaar. Dit betekent dat de definitieve aanslag over het belastingjaar 2016 is opgelegd in april 2017. Hieruit is gebleken dat er meer overnachtingen zijn gerealiseerd dan werd verwacht. Of er in 2017 ook meer overnachtingen worden gerealiseerd zal moeten blijken in 2018. Voor 2018 wordt, gelet op het gerealiseerde aantal overnachtingen in 2016, het aantal geraamde overnachtingen verhoogd naar 1,1 miljoen overnachtingen. De gemeenteraad zal voorgesteld worden het tarief voor 2018 niet te verhogen en te handhaven op 0,97 cent per persoon per nacht.
Forensenbelasting
Het aantal belastingplichtigen voor de forensenbelasting loopt de laatste jaren langzaam terug. De tarieven worden met de vastgestelde inflatiecorrectie van 1,6% verhoogd.
Bestemmingsbelastingen
Afvalstoffenheffing
Met de afvalstoffenheffing bekostigt de gemeente de inzameling van het huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing wordt evenals de wettelijk plicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, geregeld in de Wet milieubeheer. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vastrecht en een variabel tarief. De hoogte van de aanslag is afhankelijk van het aantal aangeboden ledigingen. De afvalstoffenheffing wordt vermeld op de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen. Op dit aanslagbiljet staan o.a. ook de rioolheffing en de ozb.
Kostendekking afvalstoffenheffing | (bedragen x €1.000) |
|---|---|
Kosten taakveld | 5.154 |
Inkomsten taakveld | -1.457 |
Netto kosten taakveld | 3.697 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | 20 |
Overige toe te rekenen kosten | 58 |
BTW | 1.040 |
Totale kosten | 4.815 |
Bijdrage egalisatiereserve | -264 |
Totale kosten na bijdrage reserve | 4.551 |
Opbrengst (inclusief kwijtschelding) | -4.551 |
Dekking voor bijdrage reserve | 95% |
Dekking na bijdrage reserve | 100% |
Rioolheffing
De rioolheffing hangt samen met de wettelijke zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd) en het beheer van het grondwaterpeil. Omdat het overgrote deel van de investeringen in deze zorgtaken gebruik maakt van het afvoerstelsel, spreekt men over de rioolheffing. In het GRP benoemt de gemeente welke voorzieningen op het gebied van riolering zij bezit, hoe deze voorzieningen functioneren, hoe het rioolstelsel beheerd wordt en hoe dit gefinancierd wordt.
Kostendekking rioolheffing | (bedragen x €1.000) |
|---|---|
Kosten taakveld | 5.796 |
Inkomsten taakveld | -157 |
Netto kosten taakveld | 5.639 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | 41 |
BTW en overige toe te rekenen kosten | 1.367 |
Totale kosten | 7.047 |
Bijdrage egalisatiereserve | -744 |
Totale kosten na bijdrage reserve | 6.303 |
Opbrengst (inclusief kwijtschelding) | -6.303 |
Dekking voor bijdrage reserve | 89% |
Dekking na bijdrage reserve | 100% |
Retributies
Bij de retributies wordt in sommige gevallen afgeweken van de wens om 100% kostendekkende tarieven te hanteren, omdat dit zou leiden tot onevenredig hoge tarieven.
Lijkbezorgingsrechten
De lijkbezorgingsrechten zijn retributies voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats. Naast een retributie voor de uitgifte van graven en urnenruimten, regelt de verordening ook de vergoeding voor het gebruik van gemeentelijke diensten in verband met de begraafplaats.
Kostendekking lijkbezorging | (bedragen x €1.000) |
|---|---|
Kosten taakveld | 607 |
Inkomsten taakveld | -6 |
Netto kosten taakveld | 601 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | |
Overige toe te rekenen kosten | |
BTW | |
Totale kosten | 601 |
Bijdrage voorziening | 0 |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 601 |
Opbrengst | 561 |
Dekking voor bijdrage voorziening | 93% |
Dekking na bijdrage voorziening | 93% |
Marktgelden
Marktgeld is een retributie voor het innemen van een standplaats op de weekmarkt in Hardenberg of Dedemsvaart.
Kostendekking marktgelden | (bedragen x €1.000) |
|---|---|
Kosten taakveld | 60 |
Inkomsten taakveld | 0 |
Netto kosten taakveld | 60 |
Toe te rekenen kosten | |
Overhead | 0 |
Overige toe te rekenen kosten | 3 |
BTW | 11 |
Totale kosten | 75 |
Bijdrage voorziening | 0 |
Totale kosten na bijdrage voorziening | 75 |
Opbrengst | -51 |
Dekking voor bijdrage voorziening | 68% |
Leges
Leges zijn retributies voor diensten die door de gemeente worden verleend. Veel van de retributies gaan over het aanvragen van vergunningen of documenten. Te denken valt aan omgevingsvergunningen, paspoorten of een uittreksel uit het bevolkingsregister. Maar ook activiteiten van het gemeentearchief kunnen in de legesverordening worden geregeld.
Hiervoor hebt u per heffing, waarbij sprake is van een maximale kostendekkingsnorm van 100%, kunnen zien wat de mate van kostendekkendheid is voor 2018. Voor de legesheffing geldt dat per hoofdstuk van de tarieventabel de mate van kostendekkendheid en eventuele kruissubsidies moeten worden vermeld in de paragraaf lokale heffingen. Van belang is dat de totale legesverordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
Per titel van de legestarieventabel is het percentage kostendekkendheid berekend. Zo wordt namelijk inzichtelijk welke mate van kostendekkendheid van toepassing is per hoofdstuk. Een aantal hoofdstukken hebben in financiële zin een zeer bescheiden omvang en zijn aangegeven met “-“. De totale verordening, maar ook de afzonderlijke titels overstijgen in geen geval de 100% kostendekkingsnorm. Binnen de hoofdstukken en daarmee ook titels is kruissubsidiëring toegestaan. Kruissubsidiëring is het bewust hanteren van lagere legestarieven voor de ene dienst en het hanteren van hogere legestarieven voor de andere dienst.
Een voorbeeld hiervan zijn de rijbewijzen. Voor rijbewijzen (titel 1, hoofdstuk 3) overstijgt de geraamde opbrengst de geraamde toe te rekenen kosten. De gehanteerde tarieven voor de rijbewijzen betreffen de maximaal wettelijke tarieven. Het tarief hoeft niet te worden aangepast omdat de totale verordening de 100% kostendekkingsnorm niet overschrijdt.
De totale legesverordening voor 2018 is 72% kostendekkend. Op basis van dit berekende percentage wordt onderbouwd dat de gemeente Hardenberg geen ‘winst’ maakt op de diensten en producten die zij aanbiedt.
In Titel I van de tarieventabel zijn voor diverse belastbare feiten maximum wettelijke tarieven van toepassing, bijvoorbeeld voor de akten van de burgerlijke stand, paspoorten etc. Deze wettelijk maximumtarieven worden op een later moment aangepast, zodra deze gegevens definitief bekend worden gemaakt door het Rijk.
Binnen Titel II vallen de belastbare feiten ten behoeve van de fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning. Voor dit onderdeel kan specifiek worden aangegeven dat de tarieven voor de kleine bouwactiviteiten minder kostendekkend zijn dan de tarieven voor een grote bouwactiviteit. Dit is een bewuste keuze en als zodanig niet afwijkend van de landelijke tendens en ook niet onredelijk.
Leges Hardenberg 2018 | |||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hfst | Totale kosten | Opbrengsten | Percentage | ||||
Totaal | € | 2.955.186,50 | € | 2.138.492,00 | 72% | ||
Titel 1 | Algemene dienstverlening | € | 1.166.661,00 | € | 1.042.212,00 | 89% | |
Hoofdstuk 1 | Burgerlijke stand | € | 115.338,03 | € | 101.600,00 | 88% | |
Hoofdstuk 2 | Reisdocumenten | € | 520.660,76 | € | 486.000,00 | 93% | |
Hoofdstuk 3 | Rijbewijzen | € | 290.112,03 | € | 309.000,00 | 107% | |
Hoofdstuk 4 | Verstrekkingen uit de basisregistratie personen | € | 14.911,83 | € | 9.582,00 | 64% | |
Hoofdstuk 5 | Verstrekkingen uit het Kiezersregister | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 6 | Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 7 | Bestuursstukken | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 8 | Vastgoedinformatie | € | 4.506,25 | € | 4.618,00 | 102% | |
Hoofdstuk 9 | Overige Publiekszaken | € | 116.899,00 | € | 81.858,00 | 70% | |
Hoofdstuk 10 | Gemeentearchief | € | 28.393,67 | € | 13.573,00 | 48% | |
Hoofdstuk 15 | Winkeltijdenwet | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 16 | Kansspelen | € | 2.497,75 | € | 1.572,00 | 63% | |
Hoofdstuk 17 | Telecommunicatie | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 18 | Verkeer en vervoer | € | 17.824,68 | € | 7.401,00 | 42% | |
Hoofdstuk 19 | Diversen | € | 55.517,00 | € | 27.008,00 | 49% | |
Titel 2 | Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | € | 1.433.153,25 | € | 1.059.160,00 | 74% | |
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/principeverzoek/ beoordeling conceptaanvraag | € | 83.430,00 | € | 25.686,00 | 31% | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | € | 1.286.333,25 | € | 990.584,00 | 77% | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 7 | Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 8 | Bestemmingswijzigingen op aanvraag | € | 63.390,00 | € | 42.890,00 | 68% | |
Hoofdstuk 10 | In deze titel niet benoemde beschikking | € | - | € | - | - | |
Titel 3 | Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | € | 355.372,25 | € | 37.120,00 | 10% | |
Hoofdstuk 1 | Horeca | € | 113.042,50 | € | 16.220,00 | 14% | |
Hoofdstuk 2 | Organiseren evenementen of markten | € | 216.969,50 | € | 4.360,00 | 2% | |
Hoofdstuk 3 | Seksbedrijven | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 4 | Splitsingsvergunning woonruimte | € | - | € | - | - | |
Hoofdstuk 5 | Kinderopvang | € | 25.360,25 | € | 16.540,00 | 65% | |
Hoofdstuk 6 | In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € | - | € | - | - | |
Een aanduiding van de lokale lastendruk
Onder de woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een meerpersoons-huishouden in de gemeente betaalt aan OZB, riool- en afvalstoffenheffing. Over het belastingjaar 2017 is dat volgens het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) in de gemeente Hardenberg een bedrag van € 792. Hiermee staat onze gemeente op plaats 281 van de gemeenten met de laagste woonlasten in Nederland (totaal 388 gemeenten). Het landelijke gemiddelde is een bedrag van € 723. In de Provincie Overijssel is het gemiddeld € 752. (Bron: Coelo, atlas van de lokale lasten 2017).
Omliggende gemeenten | Woonlasten per huishouden | Landelijke rangorde |
|---|---|---|
Dalfsen | 647 | 56 |
Zwolle | 648 | 57 |
Hoogeveen | 659 | 74 |
De Wolden | 711 | 134 |
Ommen | 735 | 176 |
Staphorst | 745 | 190 |
Twenterand | 750 | 210 |
Hardenberg | 792 | 281 |
Coevorden | 827 | 322 |
Uit de COELO-atlas 2017 blijkt dat COELO uitgaat van een tarief afvalstoffenheffing voor meerpersoonshuishoudens in de gemeente Hardenberg tussen de € 260 en € 300 in 2017. Alleen als wordt uitgegaan van het maximale aantal aanbiedingen van de 240 liter restafvalcontainer, dus dertien keer per jaar, bedraagt het totale bedrag aan afvalstoffenheffing € 274,73 in de gemeente Hardenberg. COELO geeft aan dat gewerkt wordt met aannames omtrent de aangeboden hoeveelheid afval. Dit doen zij om de verschillende gemeenten goed met elkaar te kunnen vergelijken. In Hardenberg blijken de werkelijke cijfers echter te verschillen met de gedane aannames door COELO. In 2017 betalen huishoudens aan vastrecht € 155,-. Daarbij komen de kosten per aanbieding van restafval. Het gemiddeld aantal aanbiedingen van de restafval 240 liter-container bedroeg in 2016 gemiddeld 7 aanbiedingen. Vermoedelijk zal dit aantal voor 2017 nagenoeg gelijk zijn. Dit resulteert in een totale gemiddelde aanslag afvalstoffenheffing van € 219,47 (155 + 64,47).
De werkelijke gemiddelde woonlasten bedragen in 2017 in de gemeente Hardenberg voor een woning met een gemiddelde WOZ-waarde van € 205.200,- (bron: COELO) en 7 aanbiedingen van de 240 liter restafvalcontainer:
Tarief 2017 | |
Onroerende-zaakbelastingen | 258 |
Afvalstoffenheffing (vastrecht en variabel) | 219 |
Rioolheffing | 261 |
Totale gemiddelde aanslag 2017 | 738 |
De OZB-tarieven voor 2018 zijn nog niet bekend. Uitgaande van de nu bekende tarieven en een gelijkblijvende opbrengst OZB, is de verwachting dat de gemiddelde aanslag 2018 € 727 zal bedragen.
Kwijtscheldingsbeleid
Voor belastingplichtigen, die niet in staat zijn bepaalde gemeentelijke belastingen te betalen, is kwijtschelding mogelijk op grond van de Gemeentewet en de Invorderingswet. Kwijtschelding is uitsluitend mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Of kwijtschelding wordt verleend hangt af van de betalingscapaciteit van belastingplichtigen. Bij de bepaling daarvan houden we rekening met 100% van de kosten van levensonderhoud zoals opgenomen in de landelijke richtlijnen voor het kwijtscheldingsbeleid. Daarnaast is bij raadsbesluit van 4 juli 2017 het kwijtscheldingsbeleid geactualiseerd waardoor op twee onderdelen een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid wordt uitgevoerd. Dit wordt bereikt door bij de berekening van de betalingscapaciteit een hogere inkomensnorm voor personen met een pensioengerechtigde leeftijd of ouder te hanteren en de netto kosten van de kinderopvang als uitgave aan te merken. Dit betekent dat de kwetsbare groepen in Hardenberg in 2018 een beroep kunnen blijven doen op de mogelijkheden tot kwijtschelding van de OZB, de afvalstoffenheffing en rioolheffing.
Voor kwijtschelding van de afvalstoffenheffing is € 243.000 begroot en voor kwijtschelding rioolheffing € 278.500.
In totaal is € 525.000 begroot voor de kwijtschelding. Dit is inclusief € 3.500 voor kwijtschelding OZB. Het kwijtschelden van OZB komt tot nu toe niet veelvuldig voor. In voorkomende gevallen kan er echter wel kwijtschelding worden verleend, waardoor de gemeente een ruimhartig kwijtscheldingsbeleid hanteert.
Het geraamde aantal te verlenen kwijtscheldingsverzoeken bedraagt 1.200 verzoeken. Dit betekent dat rond 5% van de huishoudens een beroep doet op de gemeente voor kwijtschelding.